Grote watersnood in Suriname door wegvallen 'kleine droge tijd'

16 maart 2022

Nadat op 9 maart de eerste huizen blank kwamen te staan, heeft de watersnood in Suriname zich inmiddels na een week uitgebreid langs vijf rivieren in vier districten. Het gaat om woongebieden van inheemsen en marrons in het oosten van het binnenland.

Het heeft in de eerste twee maanden van 2022 aanhoudend geregend, wat in Suriname voor februari ongebruikelijk is. Normaal gesproken is dit hier de startmaand van de kleine droge tijd. Als gevolg van het weersfenomeen La Niña is de droge periode echter weggevallen en is het aanhoudend blijven regenen. Weerkundige Roël Oehlers verwacht dat deze situatie zo zal blijven tot eind maart, als de "kleine droge tijd" weer voorbij is.

Na een week, op 15 maart 2022, strekt het overstromingsgebied zich uit van Para en Moengo in het noorden naar de stroomgebieden van de Boven-Saramacca, Boven-Suriname, Tapanahoni, Lawa en Marowijne in het zuiden.

Huizen staan blank, scholen zijn dicht en ook allerlei voorzieningen zijn getroffen en/of uitgevallen, waaronder medische posten en vliegvelden. In Poesoegroenoe en Gonini is het water al de poliklinieken binnengedrongen. In Gonini is het ziekenhuispersoneel met hulp van militairen die gestationeerd zijn op Stoelmanseiland overgebracht naar een andere locatie. Alleen in de regio Brokopondo wordt de medische zorg nog niet gehinderd door het stijgende water.

Het ministerie van ROS, het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) en het Surinaamse Rode Kruis zijn betrokken bij de noodhulp.