Chinees parlement neemt omstreden wetgeving voor Hongkong aan

29 mei 2020 

De Grote Volkszaal (Peking)

Het 13e Nationaal Volkscongres van China heeft afgelopen donderdag in de Grote Volkszaal van Peking ingestemd met het ontwerp voor een nieuwe wetgeving ten aanzien van Hongkong. Het wetsontwerp is afgelopen week voorgedragen door Wang Chen (en), de vice-voorzitter van het Permanente Comité van het Nationaal Volkscongres. Met deze nieuwe wetgeving worden zaken als "afscheiding, subversieve activiteiten en buitenlandse inmenging" in Hongkong door China strafbaar gesteld. Onder het vage "subversieve activiteiten" moet in dit verband in feite alles worden verstaan wat het Chinese regime niet zint; dit omvat met name ook het aanzetten tot afscheiding van China. Ook wordt het hierdoor mogelijk om Chinese nationale veiligheidsorganen op te zetten in Hongkong. Li Zhanshu (en), de voorzitter van het Permanente Comité van het Nationaal Volkscongres, spreekt van "het dienen van de fundamentele belangen van alle Chinezen, inclusief de Hongkongse landgenoten".

De nieuwe Hongkong-wetten worden door de Chinese regering weliswaar gepresenteerd als een nationale veiligheidswet, maar zijn in Hongkong zelf en internationaal erg omstreden. Het betekent immers feitelijk een inperking van de autonomie van Hongkong, een vroegere Britse kolonie die in 1997 door het Verenigd Koninkrijk is teruggegeven aan China. China zet hiermee dus duidelijk een stap richting het verkrijgen van de volledige controle over Hongkong, dat nog tot 2047 de status van Speciale bestuurlijke regio van de Volksrepubliek China heeft. Gesproken wordt al over het "einde van Hongkong".

Ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, is niet te spreken over de nieuwe Chinese wetgeving ten aanzien van Hongkong, net als de Britse premier Boris Johnson en Japan. Hongkong is momenteel nog een aparte economische entiteit binnen de Volksrepubliek China en daarnaast een van de belangrijkste financiële centra ter wereld (na New York, Londen en Tokio). Een speciale Amerikaanse wet uit de jaren 90 zorgt voor een voordelig handelsregime ten aanzien van Hongkong. Een belangrijke voorwaarde om deze regeling in stand te houden is wel dat Hongkong zijn autonomie behoudt, en juist dat dreigt nu dus in het gedrang te komen. In het uiterste geval zou president Trump de speciale handelsstatus van Hongkong kunnen intrekken. Een andere mogelijkheid is dat Trump nog meer sancties oplegt aan China. (De VS en China zijn sinds vorig jaar verwikkeld in een handelsoorlog.[1]) Tijdens een persconferentie vrijdag heeft Trump aangekondigd een begin te maken met het opheffen van Hongkongs speciale status. "Hongkong is niet meer autonoom genoeg om de uitzonderingspositie te rechtvaardigen die we het geven", aldus Trump.

In Hongkong zelf is het al lange tijd onrustig. Sinds vorig jaar zijn er grootschalig demonstraties gaande. Deze richtten zich aanvankelijk alleen tegen een omstreden uitleveringswet, maar gaan inmiddels over veel meer.

Bronnen bewerken

Wikipedia heeft het volgende artikel over dit onderwerp beschikbaar: