Californië getroffen door twee zware aardbevingen

6 juli 2019 

Kaart die de intensiteit van de bevingen aangeeft

Het zuiden van de Amerikaanse staat Californië is in twee dagen tijd getroffen door twee zware aardbevingen. De eerste beving vond plaats op 4 juli om 10:33 plaatselijke tijd en had een kracht van 6,4. Op 5 juli om 20:19 plaatselijke tijd volgde in hetzelfde gebied een tweede, zwaardere beving met een kracht van 7,1. Ook waren er meer dan duizend kleinere naschokken.

Het getroffen gebied ligt in San Bernardino County, ten zuiden van Death Valley National Park (en). Het is er dunbevolkt, waardoor de schade relatief beperkt is gebleven. Er zijn geen doden of zwaargewonden. Alleen in het plaatsje Ridgecrest raakten veel woningen beschadigd, ook kwamen ca. 3000 mensen hier enige tijd zonder stroom te zitten.

Gevreesd wordt dat de huidige aardbevingen de opmaat vormen naar de veel zwaardere beving op de San Andreasbreuk, ook wel bekend als The Big One, die door seismologen al tientallen jaren verwacht wordt. Hierdoor zouden grote steden als San Francisco en Los Angeles groot gevaar lopen. De huidige bevingen lagen niet op deze breuklijn, maar kunnen wel processen in gang zetten waardoor de kans op een zware beving op de San Andreasbreuk toeneemt.

Bronnen

bewerken
Op de Engelstalige Wikipedia is meer informatie beschikbaar over dit onderwerp, zie het artikel: