Syrië: meer dan 235.000 mensen op de vlucht in Idlib

27 december 2019 

Als gevolg van het aanhoudende geweld in het zuiden van de Syrische provincie Idlib zijn tussen 12 en 25 december zeker 235.000 mensen op de vlucht geslagen. Ze vluchten in noordelijke richting, maar kunnen niet verder dan de Turkse grens, die dicht zit. Het leger van president Assad is sinds eind november bezig met een groot offensief in de provincie, en krijgt daarbij steun van Rusland en Iran. Sinds half december zijn zowel de luchtaanvallen als de aanvallen op de grond in intensiteit toegenomen, volgens berichten van OCHA. Er wordt gewaarschuwd voor een dreigende humanitaire catastrofe bij de Turkse grens.

Eerder vluchtten veel Syriërs juist naar Idblid, omdat dat een relatief veilig toevluchtsoord was toen de Syrische burgeroorlog nog in grote delen van het land woedde. Sinds april zijn er al 400.000 mensen gevlucht, nu worden dat er dus nog eens een stuk meer. Inmiddels is een groot deel van Syrië weer in handen van Assad, alleen in Idlib verblijven nog veel opstandelingen. Assad wil nu ook over dit laatste gebied de controle volledig terugkrijgen.

Een leider van de Syrische oppositie heeft de internationale gemeenschap opgeroepen om te helpen.

Bronnen

bewerken