Sint Maartense politici blokkeren miljoenenhulp voor wederopbouw

23 oktober 2017 

Premier William Marlin van Sint Maarten heeft minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties laten weten dat Sint Maarten niet kan voldoen aan de twee voorwaarden die Nederland heeft gesteld. Wycliffe Smith, schrijver en bovenwinds literatuurkenner en van 1983 tot 1989 gezaghebber van Saba, houdt niet Marlin hoofdverantwoordelijk. Volgens hem is het Sint Maartense parlement de echte schuldige. Marlin voert nu slechts het mandaat uit dat hem werd gegeven, toen het parlement de regering op eind januari 2017 de opdracht gaf om de oprichting van een integriteitskamer te blokkeren. Dit gebeurde nadat Plasterk een kwartiermaker had aangewezen die vaart moest zetten achter de oprichting ervan.

Nu Sint Maarten dringend hulp nodig heeft om het eiland na de verwoestingen van de orkaan Irma weer op te bouwen, ziet minister Plasterk de kans schoon om de oprichting van een integriteitskamer op Sint Maarten te forceren. Naast deze eis heeft Plasterk als voorwaarde voor hulp op tafel gelegd dat Sint Maarten de grensbewaking versterkt, onder meer met een flexibele inzet van de Nederlandse marine.

Marlin belde gisteren met Plasterk om aan te geven dat de eilandsregering er niet voor 31 oktober in zal slagen te voldoen aan de Nederlandse eisen. Plasterk weet echter van geen wijken. Wanneer niet aan de eisen voldaan wordt, zullen de honderden miljoenen Nederlandse euro's op de plank blijven liggen. De eis van de Nederlandse regering is volgens Marlin niet eerlijk en onacceptabel. Er zou volgens hem geen enkele reden zijn om de lokale instituties niet te vertrouwen. Het wantrouwen in die instituties is echter de hoofdreden waarom Plasterk hoe dan ook gecontroleerde uitgaven van de financiële hulp aan het eiland wil.

24 oktober 2017 
Rutte stelt bezoek uit

Premier Mark Rutte stelt het bezoek aan Sint Maarten in november uit. Hij wil eerst duidelijkheid omtrent het hulpfonds.[1]

27 oktober 2017 
Nieuwe staatssecretaris houdt vast aan eisen voor noodhulp

Raymond Knops, de bewindspersoon voor Koninkrijksrelaties in het nieuwe Kabinet Rutte III, houdt vast aan de eisen die zijn voorganger Plasterk heeft gesteld. "We willen de mensen op Sint-Maarten graag helpen, maar dan moeten we ervan uit kunnen gaan dat het geld goed terechtkomt. Het is ons belastinggeld," aldus Knops.[2]

30 oktober 2017 
Premier Marlin akkoord

Marlin is onder de druk van coalitieleden alsnog overstag gegaan en akkoord gegaan met de Nederlandse voorwaarden. De deadline van de Nederlandse regering zou morgen aflopen. Marlin stond onder grote druk van de Raad van Advies van Sint Maarten, een groot deel van de bevolking en de private sector.[3]

Marlins coalitie raakte daardoor wel verdeeld en de meerderheid in het parlement kwijt. Hoe de situatie nu politiek verdergaat, is niet duidelijk. In de coalitie zijn drie Statenleden overgestapt naar de oppositie. Het betreffen Chanel Brownbill van Sint Maarten United en twee zetels van de Democratische Partij. Acht Statenleden ondertekenden een motie met een samenwerkingsverklaring, waarin zij aangeven dat zij de bevolking "verdere politieke onzekerheid en verhalen over verkiezingen in deze moeilijke tijden" willen besparen.[3]

31 oktober 2017 
Nederlandse regering niet overtuigd van toezeggingen Marlin

De Nederlandse regering vindt de toezeggingen van Marlin niet overtuigend genoeg. De toezegging van de komst van een integriteitskamer is dubbelzinnig geformuleerd en Marlin heeft de toelating van de grensbewaking door Nederlandse militairen niet helder genoeg verwoord. Hierdoor neemt Marlin het risico een noodfonds van naar schatting 200 tot 300 miljoen mis te lopen.[4]

Bronnen

bewerken