Kampioenstruien veranderen van schouders

Klik hier om zelf een nieuwsartikel te schrijven.

1 juli 2007 

Kampioenstruien veranderen van schouders

Vandaag werd in de meeste Europese landen het nationale kampioenschap wielrennen georganiseerd. De winnaars hiervan mogen een jaar lang met de kampioenentrui van hun land door het peloton fietsen. In België kaapte Stijn Devolder het kleinood weg, in Nederland ging Koos Moerenhout ermee aan de haal. Maar ook elders in Europa wisten renners zich tot landskampioen te kronen.

Deze tekst bevat vele namen en onvolledige uitslagen. Voor verklaringen, meer uitslagen en meer informatie over de wedstrijden en renners, zie Wikipedia

België

bewerken

In België werd het kampioenschap betwist te Ronse. Een historische locatie, waar reeds twee wereldkampioenschappen en nationale kampioenschappen hebben plaatsgevonden, vaak met niet onbesproken uitslag: meermaals werd de finale er door valpartijen ontsierd.

De wedstrijd werd grotendeels bepaald door de ploegen Predictor-Lotto en Quick.Step-Innergetic. De wedstrijd kende een finale rijk aan schermutselingen, tot uiteindelijk Stijn Devolder, vorige week reeds 3e in de Ronde van Zwitserland en dus in bloedvorm, er op 9 km van de streep vandoor ging. Hij kwam solo over de streep. Tom Boonen won de sprint in de achtervolgende groep en werd zo tweede. Andere favorieten Philippe Gilbert en Nick Nuyens werden respectievelijk derde en vierde.

Ploegleider Dirk Demol viel Stijn Devolder in de armen na zijn zege. "Wie blijft proberen, heeft vroeg of laat prijs. Dit is prachtig", jubelde de Discovery-ploegleider. "Stijn is iemand die al jaren kleur geeft aan de koers. Vandaag heeft hij het ploegwerk op een knappe manier afgemaakt."

Nederland

bewerken

Maastricht vormde dit jaar het decor voor het Nederlandse kampioenschap, traditioneel een kolfje naar de hand van de Rabobank-ploeg. Dat was ook dit jaar niet anders. Rabobank had in elke ontsnapping zijn mannetje mee, zo ook in de kopgroep van 6 waar Koos Moerenhout in de laatste ronde uit ontsnapte. Tweede was net als vorig jaar Sebastian Langeveld. Michael Boogerd, de uittredende kampioen, neutraliseerde elke poging van achtervolgers en eindigde vierde in zijn laatste NK.

Italië

bewerken

Het zal u misschien verbazen, want onder die andere trui kon u dat natuurlijk niet zien, maar naast wereldkampioen was Paolo Bettini tot vandaag ook nog eens Italiaans kampioen. Dit jaar kon hij die prestatie niet evenaren en zag hij de zege naar zijn ploegmaat Giovanni Visconti gaan, die het haalde voor Davide Rebellin.

Spanje heeft weer een nationaal kampioen. In 2006 werd omwille van het dopingschandaal rond dokter Fuentes de wedstrijd niet gereden. De aankomst lag dit jaar op de Alto del Castillo, in Cuenca. Joaquin Rodriguez (Caisse d'Epargne) was hier de beste, voor zijn ploegmaat Alejandro Valverde. Eladio Sanchez (Karpin) was derde.

Duitsland

bewerken

De Duitse titelstrijd werd gedomineerd door de twee grote Duitse blokken: T-mobile en Gerolsteiner. Al vrij vroeg viel de wedstrijd in een beslissende plooi, toen een kopgroep wegreed met daarin alle grote namen. Drie ronden voor het einde reden Fabian Wegmann en Patrik Sinkewitz weg uit die groep. Wegmann rekende af met Sinkewitz in de sprint. Ze hadden 49 seconden voorsprong op Christian Knees, die zo derde werd.

Frankrijk

bewerken

Dat Christophe Moreau in goede doen was moet niemand meer verbazen: hij maakte in de Dauphiné Libéré al indruk door het eindklassement te winnen en ook de nevenklassementen grotendeels gedomineerd te hebben. Hij trok al op 40 kilometer van finish alleen in de aanval en hield stand. De 36-jarige renner van AG2R klopte in Aurillac Pierrick Fedrigo (Bouygues Télécom) en Patrice Halgand (Crédit Agricole). Op de vraag waarom hij zo vroeg had aangevallen antwoordde hij: "Ik wilde liever op mijn eigen tempo rijden."

Portugal

bewerken

Candido Barbosa is de nieuwe Portugese kampioen. Hij eindigde voor Gilberto Sampaio. Ex-Discovery-renner José Azevedo eindigde op de vierde plaats.

Noorwegen

bewerken

De sprinter Thor Hushovd, zowat enige Noor met naam in het profpeloton, moest op de streep met het schaamrood op de wangen zijn meerdere erkennen in Alexander Kristoff. De amper 19 jaar oude belofte klopte Hushovd in de sprint.

Rusland

bewerken

In Rusland kroonde Vladislav Borisov zich kampioen. Hij versloeg hierbij Unibet-renner Sergej Kolesnikov in een sprint met twee.

Oostenrijk

bewerken

Een uniform podium in Oostenrijk. De ploeg ELK Haus, die de wedstrijd volledig in handen had, bezette ook de drie ereplaatsen. Christian Pfannberger werd kampioen, Markus Eibegger en Thomas Rohregger respectievelijk tweede en derde.

Zwitserland

bewerken

Net als in Duitsland mocht Gerolsteiner hier de winnaar leveren. Beat Zberg haalde het voor Fabian Cancellara en David Loosli en werd zo op zijn 36e eindelijk nationaal kampioen.

Luxemburg

bewerken

Het aantal profrenners in Luxemburg is zowat even beperkt als de oppervlakte van het land. Benoît Joachim reed zich dan ook al voor de derde keer in de bloemen op het nationaal kampioenschap. Christian Poos en Frank Schleck stonden naast de 30-jarige renner van Astana op het podium in Schifflange. Kim Kirchen (vierde) en Andy Schleck (vijfde) vervolledigen de topvijf.

Kazachstan

bewerken

In het verre Kazachstan werd het kampioenschap al op 20 juni betwist. Daar won Maxim Iglinskiy. Tour-favoriet Vinokourov eindigde op een knappe ereplaats.

Australië

bewerken

Darren Lapthorne werd hier kampioen.

Denemarken

bewerken

Hier bezette Alex Rasmussen de hoogste ereplaats.

De vrijwel onbekende Tomasz Marczyński won hier.

Magnus Backstedt (Liquigas) won hier de kampioenentrui van zijn land. Hij won in 2003 ook al de Zweedse titel tijdrijden.

Bronnen

bewerken