Fossiel van zeer primitieve vleermuis ontdekt

13 februari 2008 

Zo'n 52 miljoen jaar geleden in het Ypresien vloog een zeer primitieve vleermuissoort door de lucht, de Onychonycteris finneyi. Het diertje beschikte over volledig ontwikkelde vleugels, maar miste een belangrijk gereedschap van latere soortgenoten: het vermogen tot echolocatie omdat zijn slakkenhuis van 'normale' afmetingen was, zo staat te lezen in het blad Nature.

Andere bijzonderheden van de 'Finney-klauwvleermuis', zoals de Onychonycteris finneyi letterlijk vertaald heet, zijn dat hij tien klauwen had (de huidige vleermuizen hebben er maar twee) en naar vleermuisbegrippen over zulke lange poten beschikte dat hij vermoedelijk zich op vier poten kan hebben voortbewogen.

Of het vijftien centimer lange diertje (aan de lange kant voor een vleermuis) ter compensatie van het mogelijk gebrek tot echolocatie ook extra grote ogen had om in het donker goed te kunnen zien (vleermuizen zijn nachtdieren), is niet bekend omdat de oogkassen geheel geplet werden aangetroffen.

Volgens onderzoeker Kevin Seymour van het Royal Ontario Museum in Canada is met de vondst de kip-of-ei-discussie ten einde of vleermuizen nu eerst echolocatie of toch eerst vleugels ontwikkelden.

De vondst werd gedaan in 2003 in het zuidwesten van de Amerikaanse staat Wyoming, in de Green River Formation, waar al eerder fossielen van andere vleermuizen zijn aangetroffen. De vinder is een zekere Bonnie Finney, vandaar dat de vleermuis mede naar deze persoon is vernoemd.

Vleermuizen zijn in grootte de tweede groep zoogdieren, ze komen na de knaagdieren. Ongeveer een vijfde van de zoogdieren behoort tot de vleermuisfamilies.

De Onychonycteris finneyi wordt nu als de meeste primitieve en oudste vleermuisfossiel beschouwd die tot nu is gevonden. Daarvoor was dat de Icaronycteris index, die uit dezelfde tijd stamt maar meer op de huidige vleermuis lijkt omdat deze wel het vermogen tot echolocatie had.

Bronnen bewerken