Aantal achterstandsleerlingen afgenomen

4 juni 2008 

Basisschool in Delft

In het Nederlandse basisonderwijs is het aantal zogeheten achterstandsleerlingen sinds het schooljaar 1995-1996 afgenomen van ruim 39 procent tot 18 procent in het huidige schooljaar, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Achterstandsleerlingen zijn kinderen van ouders die geen of alleen een lage opleiding hebben. De daling is gelijk verdeeld onder jongens en meisjes.

Voor achterstandsleerlingen, die deels afkomstig zijn uit immigrantengezinnen en daardoor taalachterstanden hebben, zijn op veel scholen projecten gaande om door intensieve begeleiding de achterstand te verminderen, zoals de zogenoemde schakelklas. Ook krijgen basisscholen extra geld voor deze leerlingen. In een vorige regeling kregen de scholen extra geld voor kinderen van Nederlandse of buitenlandse ouders met een lage opleiding en kinderen van woonwagen- en schippersfamilies. Na het schooljaar 2005/2006 geldt een overgangsregeling en vanaf 2009/2010 telt alleen nog het opleidingsniveau van de ouders en is het aspect etniciteit verdwenen.

Overigens hebben scholen soms moeite met het registreren van het opleidingsniveau van de ouders. De ouders van de kinderen ondertekenen een formulier waarop staat welke diploma's zij hebben, maar analfabete ouders laten dit vaak na en sommige ouders schamen zich voor hun lage opleiding, waardoor zij een te hoge opleiding opgeven.

Bronnen bewerken