'Neanderthalers betere speerwerpers dan gedacht'

29 januari 2019 

Neanderthalers hebben hun speren mogelijk veel verder kunnen werpen dan voorheen gedacht. Onder andere die conclusie werd deze week getrokken in een onderzoek dat werd gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschapstijdschrift Nature. De studie werd uitgevoerd onder leiding van de Amerikaans-Nederlandse archeoloog Annemieke Milks, die verbonden is aan de University College London.

De onderzoeksopzet bestond voornamelijk uit een experiment waarbij zes 21ste-eeuwse speerwerpers met replica's van drie- tot vierhonderdduizend jaren oude speren (met een gewicht van ongeveer 800 gram) een doelwit moesten raken. De atleten troffen op vijftien meter afstand in een kwart van de gevallen doel; op twintig meter afstand lag de nauwkeurigheid op 17%. De speerwerpers waren wel getraind in ver werpen maar niet in doelwitten raken.

Het onderzoek is vernieuwend, omdat eerdere onderzoeken vaak alleen de resultaten van onervaren speerwerpers analyseerden en/of gebruik maakten van speren die niet overeenkwamen met de werkelijk gebruikte speren. Op basis daarvan werd vooral verondersteld dat bij de jacht dieren op korte afstand neergestoken moesten worden. Met deze studie werd aangetoond dat er mogelijk meer jachttechnieken gebruikt werden.

In eigen woorden luidde de conclusie: The results imply that robust, highly-trained and habitual throwers could throw spears with more power and at least twice as far as has been widely argued for in the literature. Co-auteur Matt Pope benadrukte later in een interview dat het flexibel kunnen toepassen en ontwikkelen van gebruiksvoorwerpen een eigenschap is die raakt aan de eigenschappen van de huidige mens.

Gerelateerd bewerken

Bronnen bewerken